Allerlei instanties wisten dat hij haar mishandelde – maar het mocht niet baten

„Hij gaat weer door het lint. Hij is niet voor rede vatbaar. Ik ben in het water gevallen.” In de nacht van 14 op 15 juni 2022 belt Angela de Beer haar ouders voor de laatste keer. Ze staat in een sloot in Spaarnwoude. Haar ex is er ook. Ben en Letty de Beer hebben haar al even aan de lijn, als hun dochter begint te schreeuwen.

„Nee, niet doen. Laat me met rust.” Vlak voordat de verbinding wegvalt, klinkt een hard en langgerekt: „Nee!”

Cetin K. en Angela de Beer hadden jarenlang een relatie, die voor hem buitenechtelijk was. De Beer wilde niet meer, ze wilde hun verbintenis verbreken, die bol stond van ellende en geweld. Sinds K. dat wist, bestookte hij de 35-jarige Amsterdamse met dwingende appberichten. Hij noemde haar een slet, een opblaaspop. „Zijn slavin” moest naar hem terugkomen. K. schreef haar dat hij „geneigd was haar kop in te drukken”.

Zo ging het al maanden, maar in aanloop naar die allerlaatste afspraak werden de berichten dreigender. In de weken voor haar dood schreef hij: „Ik zal je nooit met rust laten, Angela, dat besef je toch wel, schat? Dus als ik het niet word, dan wordt het ook geen ander.”

Cetin K. wilde Angela de Beer op die avond in juni nog één keer zien, om het „een plekje te geven”, appte hij. Die nacht heeft Cetin K. zijn ex-vriendin door het hoofd geschoten. In november moest hij zich voor dat misdrijf verantwoorden in de rechtbank van Haarlem.

„Het gaat hier om femicide”, zei de officier van justitie tijdens de zitting. „Dodelijk geweld tegen een vrouw in de relationele sfeer. Een tragisch fenomeen dat de laatste tijd terecht hoog op de politieke agenda staat.” Aan partnermoord gaat bijna altijd een vast patroon vooraf, zo ging de officier verder. Van veel aandacht, naar controle, naar sociale isolatie, vernedering en fysiek geweld.

127 vrouwen gedood

Dat de officier van justitie de term femicide tijdens deze zaak zo nadrukkelijk gebruikt, past in een recente ontwikkeling, zegt Judith van Schoonderwoerd den Bezemer. Zij is sinds bijna vier jaar landelijk officier van justitie, gespecialiseerd in zaken rondom huiselijk geweld – waarvan femicide geldt als de meest vergaande vorm. „Het gebruiken van deze term is sinds kort beleid binnen het Openbaar Ministerie”, vertelt ze. Van Schoonderwoerd den Bezemer ziet het als haar opgave om het aantal femicidezaken naar beneden te brengen. Tussen 2018 en 2022 werden 127 vrouwen gedood door hun partner of ex. Van alle vrouwen die werden gedood, was de dader in zo’n 60 procent van de gevallen de man van wie ze ooit hebben gehouden. Van de mannelijke slachtoffers wordt slechts 4 procent door hun (ex-)partner gedood. „Zo’n hoog cijfer noopt tot actie”, zegt Van Schoonderwoerd den Bezemer.

Europees gezien neemt Nederland een gemiddelde positie in, als het gaat om het aantal vrouwen dat wordt vermoord door hun partner, afgezet tegenover het aantal inwoners. En hoewel in Nederland zich geen opzienbarende verschuivingen voordoen, groeit de aandacht voor femicide wel. Dat komt onder meer, zegt Van Schoonderwoerd den Bezemer, omdat ook het OM steeds meer aandacht heeft voor de signalen die femicide kunnen voorspellen.

Eind oktober kwamen in NRC nabestaanden van 25 vermoorde vrouwen en experts aan het woord, over die signalen, waaronder bezitterig en manipulatief gedrag, maar ook poging tot wurgen. Zij constateerden onder meer dat de politie de ernst van een thuissituatie niet altijd goed kon inschatten. Daarnaast leken officieren van justitie terughoudend bij het vastzetten van stalkende partners.


Lees ook
Femicide in Nederland: voor deze vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis

Femicide in Nederland: voor deze vrouwen bleek hun relatie een doodvonnis

Privacywetgeving

„De praktijk is weerbarstig”, zegt Van Schoonderwoerd den Bezemer. „Maar als de term bekender wordt, zie je de ‘rode vlaggen’ sneller.” Daarom is dat een van de belangrijkste actiepunten. Ook krijgen officieren aan het begin van hun carrière informatie over partnerdoding en de signalen die daaraan vooraf kunnen gaan.

Van Schoonderwoerd den Bezemer: „Het bij elkaar brengen van signalen die bij verschillende organisaties zijn afgegeven door het slachtoffer, is mede door privacywetgeving ingewikkeld.” Het OM is bij het verstrekken van informatie gebonden aan de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, de politie aan de Wet politiegegevens, andere organisaties buiten het strafrecht, zoals Veilig Thuis, hebben ook eigen regelgeving en soms een beroepsgeheim. Daardoor is uitwisseling van gegevens soms niet of nauwelijks mogelijk. Logisch vanuit privacy-oogpunt, vindt Van Schoonderwoerd den Bezemer, maar het belemmert de samenwerking. Er wordt op dit moment een wetsvoorstel voorbereid dat gegevens delen makkelijker moet maken.

Een van de problemen is, zo laat Van Schoonderwoerd den Bezemer weten, dat zelfs als de signalen worden herkend, er niet altijd strafrechtelijk kán worden opgetreden. Het OM kan in sommige gevallen alleen ingrijpen als het slachtoffer daar uitdrukkelijk om vraagt. Dat heeft ermee te maken dat stalking – dat soms voorafgaat aan partnerdoding – een ‘klachtdelict’ is. En om een dader te kunnen vervolgen, zijn zowel een aangifte als een klacht nodig.

Van Schoonderwoerd den Bezemer: „We zien dat slachtoffers vaak geen klacht willen doen, of aangifte willen laten opmaken. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn voor wat hun partner dan gaat doen. We willen dan wel ingrijpen, maar kunnen dat niet.”

Onlangs heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen, met daarin het voorstel te onderzoeken of in dit soort zaken het ‘klachtvereiste’ bijdraagt aan de bescherming van slachtoffers.

Botbreuken

Ook in de relatie tussen Angela de Beer en Cetin K. wezen signalen op een mogelijk fatale afloop en waren diverse organisaties op de hoogte van het escalerende gedrag van Cetin K.

Ben en Letty de Beer vertellen dat K., die tegenover hen woonde met zijn gezin, geld wilde van hun dochter. Als K. dat niet kreeg, mishandelde hij haar. Daarvoor kwam ze meerdere keren bij hulpverleners.

Haar ouders zagen hun dochter in de loop van de jaren veranderen in een bange en gehavende vrouw. In november 2021 heeft Angela volgens haar ouders brandwonden op haar hoofd, nadat Cetin haar had toegetakeld in Istanbul, waar ze regelmatig tijd doorbrengen. Angela vertelt haar Nederlandse huisarts wat zich heeft voorgedaan, en zij verwijst haar door naar een brandwondencentrum.

Eind april, twee maanden voor haar overlijden, meldt ze zich bij de politie van Istanbul, op de afdeling waar geweld tegen vrouwen wordt behandeld. Ze vertelt dat Cetin twee weken eerder benzine over haar been heeft gegoten en dat heeft aangestoken.

ouders van AngelaBen en Letty de Beer Er gebeurt zoveel achter de voordeur waar de samenleving geen weet van heeft

Wanneer ze terugkeert naar Nederland, verbreekt ze de relatie. Ze doet een melding bij de politie, die deze doorgeeft aan Veilig Thuis. Allerlei instanties waren dus op de hoogte van het gedrag van Cetin K. „Cetin had tegen Angela gezegd dat we ons leven niet zeker zouden zijn, als we de politie op hem af zouden sturen.”

Wanneer het lichaam van Angela de Beer na haar dood wordt onderzocht, worden meerdere oude en recente botbreuken vastgesteld: in haar ribben, het neusbeen, de onderkaak, de ellepijp, het schouderblad en de lendenwervels. Ook mist ze een groot deel van haar tanden en heeft ze meerdere brandwonden.

De ouders van Angela de Beer weten, ruim een jaar na de moord op hun dochter, niet hoe ze verder moeten met hun leven. Allebei krijgen ze therapie. Ben de Beer wordt bijna wekelijks wakker in de nacht van dinsdag op woensdag, op het tijdstip waarop zijn dochter voor het laatst belde.

In hun slachtofferverklaring in de rechtszaal vraagt ook advocaat Liesbeth Aarts, namens Ben en Letty de Beer, aandacht voor femicide. Ze krijgen er Angela niet mee terug, zeggen ze erbij, maar ze willen een signaal afgeven. Ze hopen dat meer aandacht voor partnerdoding ertoe leidt dat zaken zoals die van hun dochter in de toekomst kunnen worden voorkomen.

Angela, zegt Ben de Beer, is langzaam in de terreur van Cetin K. gezogen. „En wij eigenlijk ook. Het klinkt misschien gek, maar zo is het gegaan. Dat gaat langzaam en dat heb je op een gegeven moment niet eens meer helemaal in de gaten.”

Van femicide hadden ze voor de moord op hun dochter nog nooit gehoord. „Er gebeurt zo veel achter de voordeur waar de samenleving geen weet van heeft. Als we er meer over praten, kan er misschien ook meer worden gedaan.”

Netjes aangekleed

Tijdens de rechtszaak schudden Ben en Letty de Beer vaak hun hoofd, vooral als Cetin K. de rechter en de officier van justitie in de rede valt – dat doet hij tientallen keren. K. is een kleine man, met lange zwarte haren. Achter hem staat een grote plastic tas, met daarin honderden papieren: het dossier. De gevangenis heeft hem gesloopt, zegt hij. „Ik heb me uit respect voor u, mevrouw de rechter, netjes aangekleed, maar ik voel me helemaal niet goed.” Iets later, tegen de officier van justitie: „Ik heb last van mijn oren, kunt u rustiger praten?”

De verdachte lijkt boven alles in beslag te worden genomen door zijn eigen lot, zegt de voorzitter van de rechtbank in Haarlem. Hij plaatst zich in „de slachtofferrol”.

Cetin K. kreeg een celstraf van twintig jaar. Een straf waar het OM tegen in beroep gaat, omdat zij vindt dat hij ook nog tbs opgelegd zou moeten krijgen.


Lees ook
Femicide: het is nergens gevaarlijker dan thuis

 Femicide: het is nergens gevaarlijker dan thuis


Leeslijst